Op deze pagina staat hoe je de carburateur moet afstellen en hoe je er achter komt welke bougie je moet hebben.

Als je de lijst stap voor stap afwerkt is het helemaal niet zo moeilijk maar je bent wel even bezig. Met een goed afgestelde carburateur rijd je harder en zuiniger.

 

Dikke zwarte roet aanslag

wittige aanslag en verbrande electrodes

Een koffiebruine bougie

klik hier om alle onderdelen van de carburateur te zien

  1. Zorg er voor dat de motor warm is, dus ga even een stukje rijden.
  2. Draai de luchtschroef (schroef B) helemaal in (niet vast!) en vervolgens 1,25 volle draaien uit. (met vol bedoel ik 360 graden). Dit is ongeveer de standaardafstelling.
  3. Draai de throttlestopschroef (schroef A) een stuk in zodat het toerental omhoog gaat. Als je een toerenteller hebt, stel hem dan af op 2500 toeren. Als de throttlestopschroef slecht of niet reageert staat de gaskabel waarschijnlijk te strak en moet je de kabelspeling iets vergroten, dit gaat het makkelijkst met de stelschroef bovenop de carb.
  4. Begin nu aan de luchtschroef te draaien totdat het toerental het hoogst is, dit zal niet ver van de standaardafstelling af zitten. Let er op dat het blok geen koeling krijgt als je stilstaat, dus doe hier niet te lang over.
  5. Draai de throttlestopschroef weer terug totdat het blok rustig stationair draait. Als je een toerenteller hebt, stel hem dan af op 1200 toeren.
  6. Ga een stukje rijden met het gas VOL open, als je carburateur nog niet eerder is afgesteld rijdt hij nu waarschijnlijk slechter dan eerst.
  7. Stop de motor meteen en draai de bougie uit (pas op, heet). Kijk hoe de bougie er uit ziet. Vergelijk de bougie met de plaatjes links. Hieraan kan je afleiden hoe het mengsel is als je volgas geeft, daarom moest de motor ook meteen uit omdat als hij stationair draait het mengsel anders is. Is de bougie zwart en roetig dan is het mengsel bij volgas te rijk, als de bougie ook nog eens nat is kan je een bougie hebben met een te lage warmtegraad, een 7 is standaard (type NGK C7HSA). Is de bougie heel lichtbruin of wit met misschien zelfs verbrande electrodes, dan is het mengsel te arm. Zijn de electrodes sterk verbrand dan is de warmtegraad van de bougie te hoog, of staat je ontsteking veel te vroeg. Maak de bougie goed schoon en draai hem weer in. Nu je weet of het mengsel te rijk of te arm is ga je een andere hoofdsproeier monteren. Als de bougie er goed uit ziet (koffiebruin), ga dan door met stap 10.
  8. Draai de benzinekraan dicht en haal de benzineslang los. Draai de dop bovenop de carburateur los en trek de dop met gasschuif en gasnaald er uit, doe erg voorzichtig met de gasnaald, die mag niet beschadigen of buigen. Draai de twee bouten waarmee het inlaatspruitstuk aan de cilinderkop vast zit los (let op dat je de pakking niet beschadigt) en trek de carburateur uit het luchtfilterrubber. Draai de schroef onderop de carburateur los en laat de benzine uit de vlotterbak lopen (ik laat het altijd weer in mijn benzinetank lopen, maar pas op dat je de schroef niet te ver uit draait want het is heel vervelend als die in de tank valt). Schroef vervolgens de vlotterbak van de carburateur los (bij sommige carbs zit die met een clip vast). Nou zie je twee ronde messing schroef-achtige dingetjes zitten, die ene in het midden is de hoofdsproeier, de andere die schuin staat is de stationairsproeier. Op de sproeier staat de maat ingeslagen (niet altijd goed leesbaar). De stationairsproeier moet in 99,5% van de gevallen een 35 zijn, als dit een 35 is laat hem dan lekker zitten. Schroef de hoofdsproeier los en monteer een andere maat. Als het mengsel te rijk is monteer je een iets kleinere, als het mengsel te arm is een grotere. Zet nu de carburateur weer in elkaar en monteer hem weer op het blok.
  9. Herhaal stap 6, als de bougie er weer niet goed uit ziet herhaal je stap 7 en 8 totdat de bougie er goed uit ziet. Als je het vaak moet herhalen is het beter om na een paar keer de bougie te vervangen. Nu heb je het moeilijkste stuk gehad (viel wel mee, toch?)
  10. Nu heb je de goede hoofdsproeier en is het mengsel goed bij volgas, nu gaan we het mengsel afstellen bij halfgas. Ga een stukje rijden met het gas half open, zet daarna de motor gelijk weer uit en bekijk de bougie. Maak de bougie schoon en draai hem weer in. Als het mengsel goed is ga je door naar stap 13.
  11. Schroef de dop van de carburateur los en trek de gaschuif en gasnaald er uit. Haal de gaskabel los van de gasschuif en haal de veer en de naald er uit. In de naald zitten groefjes (de meeste naalden hebben 3 groefjes, sommige types hebben er 5) en in een van die groefjes zit een clipje. Als het mengsel te rijk is bij halfgas moet de naald iets lager komen te hangen, dit doe je door het clipje een groefje hoger te zetten. Als het mengsel te arm is moet de naald hoger, dus het clipje een groefje lager.
  12. Zet alles weer in elkaar en herhaal stap 10 en als het mengsel weer niet goed is ook stap 11.
  13. Herhaal stap 1 t/m 5.