Klepstoters stellen


Haal de linker kap van de motor er af. Draai de klepstoterdoppen er af. Draai aan het vliegwiel totdat de T boven staat in lijn met het groefje in het carter, nu staat de zuiger op TDC (top dead center), als de kleppen nu allebei een beetje open staan staat de zuiger op TDC van de uitlaatslag, draai dan het vliegwiel 360 graden door want hij moet op het TDC van de compressieslag staan. Nou zie je een klein rechthoekig boutje met een moertje er om, dat is de klepstoter. Als je op de klepstoter duwt kan je duidelijk voelen dat hij speling heeft. De klepstoter staat bovenop de klepstang, als de nokkenas draait duwt de klepstoter de klep naar beneden. We gaan de speling tussen de klepstoter en de klepstang stellen. Schuif een voelermaatje maat 0.05mm. tussen de klepstoter en de klepstang (dit is even priegelen). Draai het moertje op de klepstoter los en draai de klepstoter aan totdat hij tegen het voelermaatje aan zit (er tegen aan draaien, niet vast draaien). Pak nu een tangetje of iets dergelijks en houd de klepstoter goed vast (hij mag NIET verdraaien) en draai het moertje om de klepstoter vast. Als de klepstoter verdraaid is doe je het overnieuw (ook al draaide hij maar nauwelijks). Als dit niet gaat kan je ook kijken hoeveel de klepstoter precies verdraait als het moertje aan draait en de klepstoter zoveel losser draaien voordat je het moertje aan draait, dan komt hij ongeveer goed uit. Doe dit met allebei de klepstoters. Als de klepstoters te strak staan zullen de kleppen niet goed afsluiten, als ze te los staan gaan ze te laat open en te vroeg dicht, in beide gevallen verlies je vermogen. Als de klepstoters te los staan hoor je ze ook ratelen (dit hoor je gewoon ook maar niet zo hard).